Desiderius Erasmus (1469 – 1536) zei het al in zijn adagia en in zijn Institutio principis christiani: een vorst, een staatshoofd moet het algemeen belang dienen – en niet het eigenbelang – door vrede en vrijheid te bevorderen, door misdaad en corruptie te bestrijden en door integere ambtenaren aan te stellen.
Belangrijke aanvullende vaststelling en les voor het staatshoofd: hij moet zich houden bij zijn eigen rijk en niet streven naar uitbreiding daarvan. Een oorlog voor de expansie van zijn eigen land mag het staatshoofd beslist niet voeren. Want een ander land binnenvallen gaat ten koste van de eigen bevolking en tast de zorg en de aandacht van het staatshoofd voor het eigen land aan.
Wijze woorden, dus, die Erasmus schreef als raadsheer van de zeer jonge Karel V, die later onder meer heerser van de Nederlandse gewesten zou worden.
Wijze woorden, ook, die nog steeds gelden voor al die staatshoofden die hun eigenbelang najagen en die ook nog eens andere landen binnenvallen.
Herkenbaar en toepasbaar op vele hedendaagse heersers. Kijk om je heen op het toneel van de wereldpolitiek en kleur de plaatjes in. En duim er ondertussen voor dat de inzichten van Erasmus mogen neerdalen op de betreffende overheersers.